Recent
Vandaag
13 May 2024

Triatlonblog #4: “Hier wilde je toch niet op gaan fietsen?”

Hoe weet je dat je echt een totale nitwit bent op het gebied van fietsen? Door bij een wedstrijd aan te komen met lekke band, zonder door te hebben dat er iets mis is. Dit overkwam mij dus bij mijn eerste wedstrijd.

Ik was van Voorschoten naar Leidschendam gefietst voor de Midzomertriathlon op 23 juni. Bij het inschrijfkraampje haalde ik mijn envelop met startnummer en andere zaken op en vervolgens ging ik in de rij staan om mijn fiets te laten keuren. De fietsenmaker van dienst was verheugd over mijn model. “Zo’n fiets had ik ook! Vijftien jaar geleden.” Hij voelde aan mijn voorwiel en moest hard lachen. “Hier wilde je toch niet op gaan fietsen?” Er werd nog een poging gedaan de band op te pompen, maar hij bleek lek. “Volgens mij heb ik nog wel een binnenbandje liggen, even kijken…” Terwijl de man verdween bereidde ik me er mentaal al op voor om weggestuurd te worden. Dat zou pas een komisch debuut zijn. Gelukkig kwam hij even later terug met een bandje dat om mijn wiel paste. De enige die hij bij zich had in die maat, dus anderen met hetzelfde probleem zouden pech hebben. Gered door mijn eigen stiptheid. “Nu wel heel erg je best doen, hè?” Dat beloofde ik.

Ik liep met mijn fiets het parc fermé binnen en hing hem bij mijn nummer aan de balk – op volstrekt de verkeerde manier, zoals later zou blijken. Bij wat ervarener triatleten keek ik af waar de sticker op mijn fiets moest en hoe ik de band met chip het best om mijn enkel kon bevestigen. En toen was het wachten. En heel veel drinken, want het was die dag 28 graden. De sfeer was veel gemoedelijker dan bij de gemiddelde hardloopwedstrijd, waar mensen die elkaar niet kennen vrijwel niet met elkaar praten voor de start, en iedereen gespannen en kort van stof is. Bij deze triatlon raakte ik direct in gesprek met alle vrouwen om me heen. Het was een mix van 50+ers die in de jaren 80 waren begonnen met triatlon, toen de sport heel populair was, en jongeren zoals ik die voor de eerste of tweede keer aan een wedstrijd deelnamen.

Vlak voor de briefing liep ik loopmaatje Irene tegen het lijf, voor wie het ook haar eerste triatlon was. We maakten nog snel een fotootje en renden toen op onze tenen naar de briefing – normaal gesproken sta je er niet zo bij stil, maar straatstenen zijn op warme zomerdagen ’s middags ongelooflijk heet. Een man met een megafoon vertelde ons wat details over de wedstrijd en toen gingen we een voor een het water in. Heerlijk verkoelend in die hitte. We startten met alleen vrouwen, wat ook erg fijn was voor een beginner als ik. Terwijl we wachtten tot iedereen het water in was zag ik Julie en Erik, twee andere loopmaatjes, langs de kant staan. Ik zou ze nog veel zien (en vooral horen) tijdens de wedstrijd.

Het startsignaal klonk en ik zwom vanaf de eerste rij weg. Al snel had ik door dat dit andere koek was dan die baantjes in het zwembad: in open water heb je geen oriëntatie en moet je je hoofd af en toe boven water halen om te kijken waar je ergens in het veld ligt en of je nog de juiste kant op zwemt. Ik zat goed van voren en had weinig last van andere zwemmers, behalve dan van één meisje dat tussen meter 100 en 200 links naast me zwom en een sterke afwijking naar rechts had, waardoor ik aan de verkeerde kant van de boei terecht dreigde te komen en haar actief moest terugduwen naar de juiste kant. Aan het eind van het zwemonderdeel kwam ik als een van de eersten uit het water – en werd ik door mijn oneindige onhandigheid op de trap het water uit ingehaald door iemand, want ik kwam natuurlijk pas na twee pogingen boven. “Ha, een inhaalactie op de trap!” hoorde ik een van de mensen die daar assistentie boden opgetogen zeggen. Zelf vond ik het minder leuk.

Ik snelde (op blote voeten, au) terug naar mijn fiets en begon zo snel mogelijk mijn sokken en schoenen aan te trekken, mijn startnummerband om te doen en mijn helm op te zetten. Dit ging relatief soepel, geholpen door het feit dat de vrouwen die bij alle fietsen om me heen hoorden nog aan het zwemmen waren. Toen probeerde ik mijn fiets te pakken. Dat lukte niet. Ik trok nogmaals uit alle macht op verschillende manieren aan het stuur, maar ik kreeg hem niet van de stang af. Op dit moment zag ik dat alle anderen hun fiets hadden opgehangen aan de remmen, en ik het hele stuur over de stang gehesen had. Leermomentje. Na meer dan een minuut op verschillende manier sjorren kreeg ik hem los en rende ik naar de andere uitgang van het parc fermé.

Daar stapte ik op mijn fiets en zette ik af, en duurde het natuurlijk een seconde of twintig voor ik in beide pedalen was ingeklikt. Twintig seconden waarin ik weer door een paar vrouwen werd ingehaald. Toen ik eenmaal op de fiets zat draaide het lekker. Er was een parcours van 10 kilometer uitgezet dat we twee keer moesten rijden en ik heb een aantal vrouwen terug kunnen inhalen. Er waren een paar probleempjes met tegenliggers en eigenwijze fietsers op het parcours dat niet afgesloten was (lees: ouderen die heel goed doorhadden dat ze op het parcours van een triatlon reden, maar toch met zijn tweeën midden op het fietspad bleven rijden), maar ik bereikte het parc fermé zonder kleerscheuren met een gemiddelde van 31km/uur, wat ik prima vond voor een eerste keer. Er was één puntje van aandacht. Toen ik later met mijn ouders belde vroegen ze of het schakelen ook goed was gegaan. “Eh, ik heb niet geschakeld.” Vergeten. Oeps.

Ik trok mijn hardloopschoenen aan en vergat gelukkig niet om mijn helm af te zetten, en belandde toen direct in de hel. Fietsen met 28 graden is goed te doen, hardlopen met 28 graden en felle zon is een heel ander verhaal. Ik ben zelf heel goed in koud weer en kan absoluut niet tegen de hitte, en binnen een kilometer voelde ik alle energie uit mijn lichaam weglopen. Snelheid had ik niet, alleen het doel om de finish te halen. Na een paar kilometer werd ik ingehaald door Irene, die na een dramatisch zwemonderdeel aan een inhaalrace begonnen was en liep alsof ze nergens last van had. Verschil moet er zijn. Het loopparcours bestond uit drie kleine rondjes, waarvan ik vanaf mijn tweede rondje mensen begon in te halen. Dat was wel goed voor de moraal: overal wandelende mensen, mensen die voorovergebogen stonden of op een sukkeldrafje vooruit probeerden te komen. Na een helse 23 minuten en 38 seconden bereikte ik dan eindelijk de finish. Een negende plaats. Missie volbracht.

Ondanks de voor mij fatale hitte vond ik het een van de leukste dingen die ik de afgelopen tijd gedaan heb. We sloten de middag af met nog een verfrissende duik in de Vliet en een ijsje, en met de wetenschap dat er nog vele triatlons zouden volgen.

Ontvang blogski's via mail