Recent
Vandaag
13 May 2024

Triatlonblog #3: Anarchie op de fietspaden

Begin mei zette ik mijn gezonde verstand opzij en stapte ik voor het eerst op een racefiets. Ik had de allergoedkoopste wielerschoenen en helm gekocht. Fiets, een setje kleding en handschoentjes kwamen van mijn vader. Het familiepakket pleisters van de drogist. Met pijn en moeite klikte ik mijn schoenen in de pedalen en reed ik met een slakkengangetje naar het Groene Hart. Het was de eerste van vele zomeravonden.

Ik ben inmiddels twee maanden bezig en het voelt nog even onwennig. Schakelen is nog geen gewoonte, op een haar na uit de bocht vliegen wel. Het inklikken in pedaal 2 kost me nog altijd een seconde of tien. Ik ken de weg in deze omgeving slecht en moet dus elk ritje achtendertig keer stoppen om op Google Maps te kijken waar ik heen moet. Aan de houding ben ik ook nog niet gewend: nek-, rug- en zadelpijn teisteren me elke training. Vooralsnog heeft deze sport me niet overtuigd.

De grootste reden daarvoor ligt echter buiten mezelf: de totale chaos op de Nederlandse fietspaden. Vrijwel niemand rijdt netjes in een rechte lijn aan de juiste kant van het fietspad: slingeren, plotseling uitwijken en veel te breed met twee naast elkaar fietsen zijn de norm. Elke fietstocht sta ik doodsangsten uit. De keren dat ik vol in de remmen moest en nog maar net op mijn fiets kon blijven zitten nadat de persoon die ik wilde inhalen plotseling naar links zwenkte zijn allang niet meer op twee handen te tellen.

Ik weet niet of de senioren of juist de jongeren het ergst zijn. Jongeren rijden ofwel met drie op een rij, of met telefoon in de hand en oortjes in zonder enige acht te slaan op hun omgeving. Ze wijken niet af van hun lijn, want in de bewegingen die ze over het fietspad maken is niet eens een lijn te ontdekken. Roepen of bellen heeft vanwege de oortjes geen enkele zin, dus spreek je jezelf moed in, sla je een kruisje en probeer je de tiener met een zo ruim mogelijke boog in te halen.

Senioren op de fiets zijn, evenals in het zwembad, in de veronderstelling dat de wereld om hen draait. Wat natuurlijk niet zo is. Ze rijden veel te breed twee aan twee over het fietspad en als je ze in wilt halen sta je altijd weer voor een dilemma. Als je ze snel passeert worden ze boos, maar wanneer je je aanwezigheid kenbaar maakt kijken ze eerst om, waardoor hun fiets enorm uitwijkt naar links en ze met een beetje pech op een tegenligger knallen, en met nog een beetje meer pech op jou als je al was begonnen met inhalen. Deze mensen hebben namelijk geen enkele controle over het voertuig dat ze besturen, een gegeven dat nog eens tien keer zo gevaarlijk is wanneer ze op een elektrische fiets rijden.

Wonderlijk genoeg ben ik ondanks al deze gevaren nog maar één keer gevallen. Op de meest oenige manier denkbaar. Voor de uitleg van deze valpartij moet ik even teruggaan naar september 2018, toen ik tijdens een hardlooprondje in Oxford hard viel op een wildrooster waarvan ik de spijlen iets minder ver uit elkaar had ingeschat. Ik hield er een diepe kniewond die pas na een paar weken dicht begon te gaan en een fobie voor wildroosters aan over. Flash forward naar mei 2019. Gedachteloos fietste ik in de buurt van Zoetermeer door de polder, nam een scherpe bocht en – bevond me plotseling voor een wildrooster. In een ingebouwde paniekreflex kneep ik direct in de remmen, en in de seconde dat ik dat deed realiseerde ik me dat ik mijn schoenen niet uitgeklikt had. Tergend langzaam viel ik met 0 kilometer per uur op mijn zij. Met helm op en flitsende kleding aan. Een valpartij zonder erg, behalve dan voor mijn ego.

Ik ben er inmiddels van overtuigd dat de Randstad niet gemaakt is voor de racefiets. Lange stukken waar je zonder onderbreking kunt fietsen zijn moeilijk te vinden; overal moet je stoplichten en andere oversteekplaatsen trotseren. Muziek of podcasts luisteren is ook geen optie vanwege alle gevaren, wat een ritje van twee uur in je eentje al snel erg saai maakt.

Toch is het heus niet allemaal kommer en kwel. Wat ik het leukst vind aan het fietsen is dat je de omgeving een stuk beter leert kennen dan bij een hardlopend bestaan, omdat je veel verder van huis kunt komen. De korte interacties met andere wielrenners zijn ook een pluspuntje. Tijdens mijn allereerste ritje kwam ik op een smalle houten constructie over een kanaal terecht, waar ik zeer behoedzaam met één voet van het pedaal overheen reed. “Jij neemt geen enkel risico?” hoorde ik twee andere renners die achter me waren aangesloten spottend zeggen. “Dit is mijn eerste keer op een racefiets,” antwoordde ik. Hun houding veranderde meteen. “Oh meissie, doe voorzichtig dan!” hoorde ik in plat Leids achter me. En dat doe ik voorlopig nog wel even.

Ook al is het niet mijn grootste hobby, toch brengt het fietsen me wat afwisseling en dat was precies waar ik behoefte aan had. En mochten jullie tips hebben om met de fietspad-anarchie in dit land om te gaan, laat ze me dan vooral weten. Misschien kan mijn onvermijdelijke botsing met Koos van 76 dan toch nog afgewend worden.

Wat doe je als je beduusd op de grond ligt voor je wildrooster? Meteen een foto maken natuurlijk.

Ontvang blogski's via mail