Recent
Vandaag
29 April 2024

Blogski #8 – Nog meer Jekaterinenburg

Nadat we vrijdag de plaats waar de Romanovs vermoord waren bezocht hadden, vonden Irma en ik het op zaterdag wel gepast om onze pelgrimstocht voort te zetten met een bezoek aan de plek waar de bolsjewieken hun lichamen in het diepste geheim naartoe brachten en verbrandden. We bestelden een taxi met een van de vele spotgoedkope Russische taxi-apps en wachtten voor ons hotel in een sneeuwbui die de halve dag zou duren. Onze taxichauffeur trok zich weinig aan van de spekgladde weersomstandigheden en scheurde door de straten van Jekaterinenburg zoals alleen Russen dat kunnen. Ook op de snelweg aangekomen – onze bestemming lag een kilometer of twintig buiten de stad – reed hij volkomen ontspannen door de sneeuwstorm die ons het zicht ontnam. Na enkele kilometers moest hij echter vaart minderen vanwege een file. “Ongeluk,” mompelde hij over zijn schouder. Ik kan niet zeggen dat ik erg verrast was. Ook niet toen we de total losse auto’s van de pechvogels passeerden, en een paar honderd meter verder nog een paar op elkaar gebotste auto’s, en even later weer een ongeluk. “Vier ongelukken,” verbeterde onze taxichauffeur zichzelf, maar aan de stoet kapotte auto’s waar we stapvoets langsreden kwam maar geen einde. Terwijl de sneeuw nog steeds viel verzamelden zich overal groepjes mensen om restanten van auto’s. Ik zag in tweeën gebroken bumpers en afgebroken deuren. Politieagenten stonden er ook maar wat bij te roken. Zo gaat dat nu eenmaal als het sneeuwt.

Eenmaal aangekomen op onze bestemming midden in een bos ergens ten noorden van Jekaterinenburg werden we direct gewenkt door een man van ergens in de dertig die ons uitnodigde om mee te lopen met de rondleiding die hij aan een groep schoolkinderen zou geven. Hij liep nonchalant in een gestreept t-shirt rond en leek de -10°C en het laagje sneeuw op zijn schouders simpelweg niet te erkennen. Hij leek erg blij te zijn om te horen dat we uit het verre Nederland kwamen. Irma en ik besloten met hem en zijn schoolklas mee te gaan, Emma en Madeleine zaten immers ergens in het verkeersarmageddon op de snelweg vast. We trokken onze capuchons over ons hoofd en knoopten de verplichte rokken die bij de ingang op stapels lagen om. Toen sjokten we achter onze gids aan.

Ganina Jama is een Russisch-Orthodox klooster dat gebouwd is op de plaats waar de bolsjewieken de lichamen van Nicolaas II en zijn gezin in een oude mijnschacht dumpten en verbrandden. Het is een prachtige, serene plaats – zelfs wanneer de sneeuw in je gezicht waait – omringd door bossen. Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie werden hier zeven houten kerkjes gebouwd, voor elk lid van de keizerlijke familie een. Onze gids leidde ons over het terrein rond en vertelde over alles wat zich hier heeft afgespeeld. Bij de verhalen die hij binnen in de kerkjes vertelde toverde hij daarnaast geplastificeerde afbeeldingen uit zijn tas om aan de kinderen te laten zien. In het kerkje voor Olga, de oudste dochter van Nicolaas, weidde hij uit over de bloedbanden die de Romanovs hadden met andere vorstenhuizen in Europa. Hij toonde foto’s van Queen Elizabeth, van de Spaanse koning, de Deense koningin en haalde uiteindelijk ook een foto van Willem-Alexander uit zijn tas.
“Ik denk dat onze twee gasten wel weten wie dit is,” zei hij over de hoofden van de kinderen tegen Irma en mij. Wij knikten.
“Dat is onze koning,” antwoordde ik, waarna alle dertig kinderen ons aangaapten.
“Ja, ребята, deze twee meisjes komen uit Nederland, dat ligt in Europa, naast Duitsland. Daar hebben ze nog een koning.” Terwijl we het kerkje verlieten voelde ik dertig paar ogen in mijn rug branden. Ook toen we verder liepen naar het volgende gebouw bleef de klas ons ongegeneerd aanstaren. Ik besefte dat het vrij ongewoon moet zijn voor kinderen in de Oeral om buitenlanders te zien. Ik besefte ook dat ik in Rusland liever vermomd als Rus door het leven ga.

In het kerkje voor Nicolaas zelf vertelde de gids over het bezoek van de Russische president een decennium geleden. “Vladimir Vladimirovitsj was hier een jaar of tien geleden,” begon hij. Bij het horen van de naam van de president ging er direct een golf van opwinding door de kinderen heen. De gids liep naar een mozaïek van de tsarenfamilie toe.
“Wat denken jullie dat Vladimir Vladimirovitsj hier deed?”
“Hij heeft hier gebeden?” antwoordde een jongen.
“Bloemen neergelegd, misschien?” suggereerde een meisje.
De gids schudde zijn hoofd. “Hij heeft het mozaïek gekust.” Hij stapte naar het mozaïek van Nicolaas en zijn vrouw en kinderen toe en kuste het twee keer, zoals dat hoort in een Russisch-Orthodoxe kerk. Enkele kinderen volgden zijn voorbeeld. De paar ouders die met de klas meeliepen keken goedkeurend toe.

Na het beëindigen van de rondleiding vroeg de man aan Irma en mij of we nog meer wilden zien. Natuurlijk wilden we dat. Hij leidde ons rond door een klein museumpje dat volhing met vakantiefoto’s van de tsarenfamilie en even verderop een ruimte had waar de executiekamer van de Romanovs was nagemaakt – Russische subtiliteit. Op een gegeven moment stond hij met een foto van Nicolaas samen met de Duitse keizer Wilhelm II in zijn handen. Hij vertelde ons over het lot van Wilhelm na de Eerste Wereldoorlog. Hij werd weliswaar afgezet, maar Nederland verleende hem asiel, waardoor hij van een luxe oude dag (met kasteel en hofhouding) heeft kunnen genieten en zelfs een tweede keer heeft kunnen trouwen. Het was op dit moment moeilijk om de opmerkingen van onze gids niet als direct verwijt aan ons adres op te vatten. Hij pakte de foto van Nicolaas en zijn neef Wilhelm er weer bi, gebroederlijk naast elkaar op een staatsbezoek van de tsaar in het Duitse Keizerrijk.
“Een van deze twee mannen was de agressor in een gruwelijke oorlog. Hij heeft een schitterend pensioen gekregen in jullie land en stierf op hoge leeftijd. De ander verdedigde simpelweg zijn land tegen Europese agressie. Hij werd nog tijdens de oorlog samen met zijn vrouw en kinderen als beesten afgeslacht. Vinden jullie dat rechtvaardig?”

De volgende ochtend kwamen Irma en ik per ongeluk aan de ontbijttafel terecht bij een wel erg Russische Rus. Hij deed iets voor de ijshockeybond en praatte ondanks het vroege tijdstip met dubbele tong. We vertelden hem dat we uit Nederland kwamen.
“Ah, Holland! Het land van homo’s en pedofielen, het land van de vrijheid!”
Irma en ik keken elkaar enigszins verbluft aan, terwijl we ons best deden om niet te lachen.
“Wat? Die hebben jullie daar toch?” drong onze Rus aan.
“Niet meer dan hier in Rusland, denk ik,” mompelde ik.
Zijn ogen werden groot en hij vertelde hoe hij zijn veertienjarige dochter “als een hond zou afschieten” als ze zou vertellen lesbisch te zijn, alvorens het onderwerp luchtig te veranderen naar auto’s. Irma vertelde dat haar ouders een Ford rijden.
“Een Ford? Dat vind ik nou zo’n fascistische auto, heb ik altijd al een hekel aan gehad,” reageerde hij direct. Even later verscheen president Erdogan op de televisie in de ontbijtzaal en informeerde onze tafelgenoot ons dat Turken debielen zijn, plus nog iets over Hitler. Het was een bijzonder ontbijt.

Die dag wilden Irma en ik een bezoek brengen aan het maffiakerkhof van Jekaterinenburg. In de chaotische Jeltsinjaren zijn er in deze stad maffiaoorlogen uitgevochten, resulterend in een prachtig kerkhof waar de gangsters van de twee verschillende groepen liggen. Sommigen zijn begraven met hun pistool, anderen liggen tussen hun bodyguards. We namen een tram en vervolgens een marsjroetka – een soort klein busje waar je zelf moet aangeven wanneer je wilt uitstappen – en zagen na een tijdje op Google Maps dat we compleet de verkeerde kant op gingen. Na haastig uitgestapt te zijn probeerden we een taxi te bestellen, maar er was iets mis met het adres dat de app automatisch voor ons genereerde en na enkele minuten vluchtten we een winkelcentrum in. Het was namelijk koud. Verschrikkelijk koud. -12°C met een gevoelstemperatuur van in de -20°C. Na kort overleg besloten we om het maffiakerkhof te laten voor wat het was en rechtsomkeert te maken naar het centrum – het was zo koud dat onze gezichten na enkele seconden in de buitenlucht al brandden alsof er een bak lava over ons werd uitgegooid.

Terug in het centrum snelden we ons naar de Visotski Toren, de hoogste (en enige) wolkenkrabber van Jekaterinenburg, die een mooi uitzicht over de stad zou geven. Van dat prachtige uitzicht hebben we welgeteld een minuut genoten, aangezien de kou daarboven niet te harden was. De rest van de dag hebben we dekking gezocht in cafeetjes en in een vlaag van dapperheid een stuk over de bevroren Iset gelopen. Het is overigens vrij normaal om over grote bevroren rivieren te lopen, er worden zelfs paden in de sneeuw gemaakt en mensen laten er hun hond op uit.

De overige twee dagen van ons bezoek aan Jekaterinenburg hebben we ons vooral beziggehouden met het vinden van de vele belachelijke standbeelden die de stad rijk is. Jekaterinenburg is een stad waar elke scheet zijn eigen standbeeld krijgt. Zo is er het standbeeld voor de hond die zijn eigen poep opruimt, het standbeeld voor de oude man die de tassen van zijn winkelende vrouw draagt, het monument voor de warme zomer van 2012, het standbeeld voor de bankpas, het qwerty-monument en het standbeeld voor de onzichtbare man (dit standbeeld is onzichtbaar). Uiteraard staan al deze bezienswaardigheden op andere plaatsen dan Google Maps aangeeft.

Wat verder erg opviel in Jekaterinenburg was de hartelijkheid van de mensen en hun interesse in ons. Toen Irma en ik op de laatste dag ergens chocolademelk zaten te drinken maakten we kennis met een loslopende peuter en de moeder die constant achter haar aanrende. De moeder van het meisje hoorde ons een vreemde taal spreken en vroeg in het Engels waar we vandaan kwamen. In het Russisch vertelden we wie we waren en dat we uit Nederland kwamen. De vrouw wilde echter haar Engels oefenen – mits wij dat niet erg vonden (nee). Ze vroeg ons wat we van Jekaterinenburg vonden en wat de grootste verschillen met Sint-Petersburg waren, waarna ze zich nogmaals verontschuldigde voor haar nieuwsgierigheid. “Sorry voor mijn nieuwsgierigheid, maar wij zien hier niet zo vaak buitenlanders.” Ze wenste ons een goede reis terug en rende toen weer achter haar dochtertje aan.

Jekaterinenburg is een interessante stad met een sterke Sovjetsfeer die je een veel beter beeld geeft van het “echte” Rusland dan de grote steden in het noordwesten, maar ondanks de miljoenen inwoners merk je tegelijkertijd dat het een provinciestad is waar maar weinig te doen is. De meeste toeristen zijn er Russen op bedevaart naar de plaats waar de tsaar en daarmee het Russische keizerrijk zijn laatste adem uitblies. Ik was ’s avonds dan ook blij om weer in het bruisende Petersburg te landen.

Ganina Jama

Ganina Jama

Die arme tsarenkindertjes...

Die arme tsarenkindertjes…

23

Jekaterinenburg van boven

Jekaterinenburg van boven

Over de Iset lopen, oftewel: het koudste moment van mijn leven

Over de Iset lopen, oftewel: het koudste moment van mijn leven

The Beatles

The Beatles

Michael Jackson

Michael Jackson

Winkelcentrum

Winkelcentrum

Onze Kameraad

Onze Kameraad

Ontvang blogski's via mail